Ethische gedragscode

Principes

De cliënt weet uiteindelijk het beste wat goed voor hem is en kan, zowel in zijn privé- als in zijn professionele leven, zelf bepalen wat hij wel of niet wil op basis van zijn eigen overwegingen. De cliënt is dan ook verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt en kan aangesproken worden op zijn gedrag.
De cliënt en de coach zijn volkomen gelijkwaardig, in de zin dat beiden unieke en complete individuen zijn met vele mogelijkheden.
Tijdens de coaching staan de doelen, middelen en keuzes van de cliënt voorop, boven die van de coach.

Verklaring

Confexcel verklaart dat haar coaches zich vrijwillig en volledig houden aan de Ethische Gedragscode (EGC) zoals uiteengezet op de volgende pagina's.

De EGC bestaat uit vier secties:

Respect
Integriteit
Verantwoordelijkheid
Professionaliteit

1. Respect

Respect omvat het erkennen en eren van waarden in het algemeen en de persoonlijke en menselijke waardigheid van een individu in het bijzonder. Een coach toont dit door zich te houden aan de volgende gedragsrichtlijnen:

1.1. Zij behandelen iedereen als gelijk, bevoordelen of benadelen niemand en discrimineren niet op basis van leeftijd, geslacht, ras, huidskleur, afkomst, sociale status, politieke overtuiging, burgerlijke staat of andere onderscheidingen.

1.2. Zij erkennen het recht van ieder mens om vrije keuzes te maken, zichzelf te ontwikkelen en zijn eigen levenspad te bepalen.

1.3. Ze geven cliënten de ruimte om hun eigen beslissingen te nemen en eerdere beslissingen te wijzigen, met respect voor hun eigen normen, waarden, prioriteiten en overtuigingen.

1.4. Zij komen op voor de belangen van de cliënt, houden daarbij rekening met de belangen van anderen en dragen niet bij aan activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor individuen, groepen, organisaties, de maatschappij of andere verdienstelijke entiteiten.

1.5. Zij houden rekening met het ontwikkelingsniveau, de vaardigheden en de behoeften van de cliënt (fysiek, emotioneel, intellectueel, sociaal en spiritueel) en behandelen hen nooit neerbuigend, onverschillig of met onterechte bewondering.

1.6. Zij erkennen hun verantwoordelijkheid om de rechten en de waardigheid te beschermen van kwetsbare of afhankelijke cliënten die niet voor zichzelf kunnen opkomen.

1.7. Een coach behandelt niet alleen mensen – met name de cliënt – met respect, maar ook hun ideeën, bezittingen en leefomgeving, en fungeert als rolmodel.

2 Integriteit

Een coach moet in staat zijn om snel een vertrouwensrelatie met een cliënt op te bouwen en te onderhouden. Vertrouwen kan alleen worden behouden als de cliënt de coach als echt eerlijk ervaart. Bovendien heeft de integriteit van individuele coaches invloed op de professionele coachinggemeenschap, omdat de acties van één oneerlijke coach de reputatie van iedereen kunnen schaden.

Een coach toont integriteit door zich te houden aan de volgende gedragsrichtlijnen, zowel tijdens als buiten zijn/haar professionele praktijk:

2.1. Ze zijn eerlijk, betrouwbaar en oprecht. Ze zeggen wat ze doen en doen wat ze zeggen.

2.2. Zij houden zich niet bezig met illegale praktijken of praktijken die in strijd zijn met de algemeen aanvaarde normen van fatsoen.

2.3. Zij behandelen alle informatie over de cliënt, die zij rechtstreeks, onrechtstreeks of uit andere bronnen verkrijgen, vertrouwelijk en beschermen de cliënt tegen misbruik of ongeautoriseerde openbaarmaking van gegevens.

2.4. Zij maken geen misbruik van situaties, omstandigheden of kennis waarbij de cliënt afhankelijk van hen is, noch om zichzelf of anderen te bevoordelen, noch om de cliënt of diens relaties te benadelen.

3 Verantwoordelijkheid

Door een coachingrelatie aan te gaan, neemt een professionele coach verplichtingen op zich die een sterk verantwoordelijkheidsgevoel vereisen en impact hebben op de maatschappij en alle partijen die betrokken zijn bij het coachingproces. Een coach toont verantwoordelijk coachen door zich te houden aan de volgende gedragsrichtlijnen:

3.1. Ze erkennen de macht die inherent is aan hun positie en de significante invloed die ze kunnen hebben op de cliënt en mogelijk anderen, zowel bewust (door middel van richtlijnen) als onbewust (als rolmodel). Daarom handelen ze doordacht en spreken ze voorzichtig.

3.2. Zij bevorderen het welzijn van de gemeenschap en alle deelnemers aan het coachingproces en veroorzaken geen schade.

3.3. Zij erkennen zowel de beperkingen van hun beroep als de grenzen van hun persoonlijke competenties en zorgen ervoor dat zij deze niet overschrijden.

3.4. Zij zijn zich bewust van hun persoonlijke waardigheid en begrijpen de impact daarvan op hun professioneel gedrag als coach.

3.5. Zij werken indien nodig samen met andere coaches en professionals, met name bij teamprojecten.

3.6. Zij houden altijd rekening met de algemene ontwikkeling en het welzijn van de cliënt en vermijden handelingen die tot een onevenwichtige of disharmonische groei kunnen leiden.

3.7. Zij baseren hun emotionele of andere behoeften niet op hun relatie met een cliënt.

3.8. Zij gaan geen seksuele of andere intieme relaties aan met een cliënt tijdens een coachingsrelatie.

4 Professionaliteit

Professionele coaches hebben van coaching hun beroep gemaakt. Cliënten, of het nu individuen of bedrijven zijn, verwachten en hebben recht op een hoog niveau van expertise en professionaliteit. Een professionele coach handhaaft deze normen door zich te houden aan de volgende gedragsrichtlijnen:

4.1. Ze houden een duidelijk onderscheid tussen hun persoonlijke en professionele leven, en zorgen ervoor dat geen van beide negatief wordt beïnvloed door de ander. Ze streven ernaar om het beste in beide naar boven te halen en dienen als rolmodel.

4.2. Ze doen aan zelfreflectie en zelfanalyse om zichzelf voortdurend te ontwikkelen als persoon en als coach, en zorgen ervoor dat ze effectief blijven.

4.3. Zij blijven op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van coaching, omarmen nieuwe inzichten en verkennen nieuwe methoden door het lezen van vakliteratuur, het bijwonen van trainingen en symposia, het deelnemen aan peer review-bijeenkomsten en het benutten van supervisiemogelijkheden.

4.4. Zij hebben een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een andere redelijke dekking voor mogelijke claims die voortvloeien uit hun coachingspraktijk.

4.5. Op verzoek delen zij op transparante wijze hun opleiding, ervaring, kwalificaties en coachingmethoden met cliënten of andere relevante partijen, waarbij zij een actueel curriculum vitae bijhouden.

4.6. Ze maken onderscheid tussen coachingrelaties en andere soorten relaties, zoals vriendschappen of zakelijke relaties, en zorgen ervoor dat er geen belangenconflict ontstaat. Als er een conflict dreigt, beëindigen ze de coachingrelatie of schorten ze de andere relatie op.

4.7. Zij gedragen zich collegiaal ten opzichte van andere professionele coaches en dragen bij aan de voortdurende professionalisering van het vakgebied en de reputatie ervan.